De jeugdleider
Hij had de jeugd erop uitgestuurd om mensen te helpen. Een groepje was aan hetvoetballen op het pleintje en had de opdracht naast zich neergelegd. Sommigen waren auto's aan het wassen of onkruid aan het wieden en verdienden daarmee een aardig zakcentje voor zichzelf. Anderen hielpen vol ijver bejaarden naar de andere kant van de weg; ook de bejaarde man die liever aan deze kant van de weg was gebleven . En dan waren er die raceden over de stoep tussen de oudjes met hun stok door om mensen erop te wijzen dat ze toch vooral bij groen licht moesten oversteken en zeker moesten wachten bij rood licht.
De JeugdLijder begreep maar al te goed waarom niet iedereen van buiten enthousiast was voor de jeugdclub, en dat stemde hem droevig. Hij vroeg zich af of iemand iets begrepen had van wat hij had verteld toen hij bij hun was. Toen zag hij er eentje die een huilend kind troostte en met het kind op zoek ging naar zijn moeder. Een glimlach verscheen op het gezicht van de Jeugdleider: Het was zeker niet tevergeefs geweest; het was voor Liefde! Het was pro Deo!
John
De JeugdLijder begreep maar al te goed waarom niet iedereen van buiten enthousiast was voor de jeugdclub, en dat stemde hem droevig. Hij vroeg zich af of iemand iets begrepen had van wat hij had verteld toen hij bij hun was. Toen zag hij er eentje die een huilend kind troostte en met het kind op zoek ging naar zijn moeder. Een glimlach verscheen op het gezicht van de Jeugdleider: Het was zeker niet tevergeefs geweest; het was voor Liefde! Het was pro Deo!
John